Het afgelopen jaar heb ik 63 boeken gelezen. Een stuk of 5 boeken heb ik weggelegd omdat ze me niet genoeg boeiden. Minder gelezen dan ik had gepland en beduidend minder dan ik er in 2019 in mijn bezit heb gekregen, dat waren er 138. Op die manier wordt de stapel alleen maar hoger.
Van de boeken die ik gelezen heb springen er een aantal uit omdat ik ze mooi, goed, interessant, belangrijk en/of fantastisch vond. En nog steeds vind. De top 17 in willekeurige volgorde; Terra insecta van Anne Sverdrup-Thygeson, Het geheime netwerk van de natuur van Peter Wohlleben, Een voorwerp dat nog leeft van Nikki Dekker, Tot in de hemel van Richard Powers, Vanuit de plant gezien van Arjen Mulder, Vallen is als vliegen van Manon Uphoff, Lente van Ali Smith, Frankusstein van Jeanette Winterson, De geestverwantschap van David Mitchell, Het ministerie van opperst geluk van Arundhati Roy, Nooit alleen thuis van Rob Dunn, Het boek van wonderlijke nieuwe dingen van Michel Faber, Elmet van Fiona Mozly, De bastaard van Mal Abrigo van Carolina Truijllo Piriz, Oryx en Crake en Het jaar van de vloed van Margaret Atwood en De schaker en het meisje van Alex Reeve.
Van de boeken die ik in bezit kreeg afgelopen jaar zijn er veel waarop ik me erg verheug. Er zitten nog lees- en recensie-exemplaren bij die geduldig wachten. Ook wat naslagwerken die niet van kop tot staart gelezen hoeven worden maar waar ik af en toe genietend in snuffel. Het is vooral non-fictie, met name over natuur, milieu, klimaat, het ontstaan van de mensheid en de aarde, feminisme en (trans)gender.
Ik ben van plan dit jaar meer te lezen dan het afgelopen jaar, meer recensies te schrijven ook. Ik verheug me erop nog meer te leren, nog meer te genieten. Tot nu toe heb ik dit jaar 2 boeken gelezen en ben ik er met nog een bezig. En ik heb er al weer 7 binnen dus de verhoudingen liggen nu al weer scheef. Niet erg. Ik houd van een voorraadje.