Al heel lang verschijnen er elk jaar honderden, duizenden boeken over voedsel. Niemand is in staat ze allemaal te lezen en beoordelen dus je pikt eruit wat onder je aandacht komt en je aanspreekt. Boeken over gezondheid, afvallen, over verschillende diëten, over geschiedenis en ingrediënten. Je kan bijna geen onderwerp bedenken of er bestaat een boek over dat de connectie met voedsel ermee beschrijft. Sinds de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw, verschijnen er steeds meer boeken over de effecten die ons voedselpatroon heeft op de rest van de wereld, de mensen en dieren, de natuur en het milieu.
Een van de eerste bestsellers in dit genre verscheen in 1971: Eten van moeder aarde (Diet for a small Planet) van Frances Moore Lappé. Gedreven door haar passie iets te doen aan honger, armoede en milieucrisis wereldwijd en door bezorgdheid over de overbevolking en de manier waarop dieren behandeld werden, pleitte zij voor een vegetarische leefstijl. Volgens haar kon een vegetarisch dieet ervoor zorgen dat de honger en armoede in de wereld zouden verminderden door in plaats van veevoer, granen, peulvruchten en andere gewassen die direct door mensen genuttigd kunnen worden, te telen. Hiermee werd het vegetarisme niet alleen een ethische (en gezonde) maar ook een politieke keuze. Inmiddels zijn er meer problemen aan de oppervlakte gekomen waarvan klimaatverandering de grootste en zichtbaarste is. Zoals blijkt uit de titel van het boek dat Frances Moore Lappé’s dochter, Anna Lappé, schrijft: Diet for a hot Planet: The Climate Crisis at the End of Your Fork and What You Can Do about it. Over het verband tussen voedselproductie en klimaatverandering (2006). Andere beroemde titels zijn: Diet for a new America van John Robbins (1987) en The Omnivore’s Dilemma van Michael Pollan (2006).
Wat al deze boeken gemeen hebben is dat ze het eten van vlees als een van de belangrijkste, dan wel aller schadelijkste, oorzaken voor veel ellende zien. Met name, maar niet alleen, vanwege de verschrikkingen van de bio-industrie. Die zorgt niet alleen voor veel leed bij dieren maar heeft ook veel invloed op het milieu. Lappé noemt het “welhaast het meest verspillende voedsel in onze maaltijden”, omdat zoveel graan bestemd is voor veevoer terwijl met dezelfde hoeveelheid veel meer mensen gevoed kunnen worden.
Dieet voor een betere planeet (2020) verscheen dus in een traditie die al tientallen jaren gaande is. Helaas hebben alle voorgangers niet genoeg bewustzijn gekweekt of in ieder geval te weinig navolging gekregen in het dagelijks leven om dit soort boeken overbodig te maken. De achteruitgang van de natuurlijke wereld, de ellende van dieren in bio-industrie en aanverwante takken, de honger en armoede in de wereld, de giftige uitwassen van de moderne landbouw met zijn pesticiden en kunstmest die bodem en water vervuilen, het plastic dat de oceanen verstikt, de lijst problemen lijkt eindeloos en alleen maar te groeien. Daarbij komen er steeds meer mensen die ook vlees willen eten, dus worden steeds meer dieren op erbarmelijke wijze gehouden, die steeds meer voedsel nodig hebben, waar steeds meer land voor nodig is en schoon water en waardoor steeds meer broeikasgassen uitgestoten worden. De ontbossing ten behoeve van de productie van veevoer, maar ook voor bijvoorbeeld palmolie en andere monoculturen, heeft invloed op de leefbaarheid van de hele wereld. Industrie en politiek zijn traag en lijken niet echt bereid hier snel iets aan te doen. We kunnen als consumenten kiezen of we bijdragen aan deze problemen of proberen de ellende iets te verminderen.
Waar in Eten van moeder aarde nog veel vegetarische recepten staan met dierlijke producten, kaas, ei, kwark, honing etc., verleggen de latere boeken de focus meer naar een volledig plantaardig menu. Niet alleen de productie van vlees maar die van alle dierlijke producten blijkt schadelijk. Dieet voor een betere planeet volgt die lijn.
Andere onderwerpen die aan bod komen in dit boek zijn verspilling van voedsel en de daarmee gepaard gaande milieuvervuiling, tropische producten en modern kolonialisme en wat een voedingsmiddel duurzaam of niet maakt. Bij elk onderwerp geeft de auteur tips waar je op moet letten, hoe je goede keuzes kan maken en wat je nog meer kan doen. Ze legt duidelijk uit welke consequenties bepaalde keuzes hebben. Bijvoorbeeld het kweken van amandelen, waar veel water voor nodig is, in de droogste gebieden op aarde heeft consequenties die niet alleen plaatselijk zijn. Keurmerken als Fair Trade voor chocolade, koffie en andere producten wil niet altijd zeggen dat de boeren en arbeiders een fatsoenlijk bestaan hebben.
Door meer kennis kan je betere afwegingen maken en heb je meer inzicht in wat jij persoonlijk kan bijdragen aan de wereld. Activist, voedselblogger en landbouwdeskundige Van Veghel, die zelf opgroeide op het Brabantse boerenland, haalt in dit boek talloze wetenschappelijke artikelen aan, de lijst met bronnen achterin beslaat 26 pagina’s. Hoewel het dus boordevol staat met cijfers heeft dat geen invloed op de leesbaarheid. In tegenstelling tot veel van bovenstaande boeken is dit een Nederlands boek, gericht op het Nederlandse publiek en de namen van winkels, o.a. Albert Heijn, Jumbo, Ekoplaza, die er in voorkomen zijn dus herkenbaar en vindbaar voor ons. Bovendien is het geschreven in de huidige tijd. Het is al 2 jaar oud terwijl ik dit schrijf maar geenszins achterhaald.
Eten is politiek, ook als je dat niet zo ziet. Wat je op je bord legt, in je mond stopt, waar je je geld aan uitgeeft of tijd en moeite in stopt, dat steun je. Dat kan groeien. Kies je voor een schonere, prettigere, wereld waarin meer mensen en dieren een beter leven hebben of voor meer ellende?
Auteur: Hanneke van Veghel
Uitgever: Carrera Culinair
ISBN: 978904885611