Voor veel mensen die, net als ik, lijden aan iets chronisch; ziek, moe, depressief of behept met iets anders dat leven in deze maatschappij moeilijk maakt, verandert er minder deze dagen dan voor de doorsnee ‘gezonde’ persoon.
Ik ben het gewend om thuis te zitten, alleen te zijn, heb het ook nodig. Ik heb altijd een voorraad eten in huis omdat ik er altijd op voorbereid moet zijn dat ik ineens te ziek ben om boodschappen te kunnen doen.
Ik ben blij dat nu niemand me meer ongevraagd zoent of dichterbij komt dan ik prettig vind. Dat er minder van me verwacht wordt. Dat er minder herrie en drukte op straat is, dat het lijkt alsof er minder mensen zijn, dat vrijwel iedereen die je tegenkomt minder gehaast lijkt te zijn.
Ik ben blij dat de lucht en het water schoner worden. Dat ik beter kan ademen, dat er in de spits meer vogels en katten op straat lijken te zijn dan auto’s. Dat de co2 uitstoot ineens wel omlaag blijkt te kunnen.
Ik ben blij dat ik nu niet bang hoef te zijn dat ik geen inkomen meer heb omdat ik een basisinkomen heb, al heet het een arbeidsongeschiktheidsuitkering. Ik gun iedereen een basisinkomen. Dat zou zoveel stress schelen nu.
Ik ben blij dat er meer waardering komt voor mensen die in de zorg, het onderwijs, het ov, de schoonmaak en andere vitale beroepsgroepen werkzaam zijn. Ik hoop dat die waardering blijft en omgezet wordt in concrete maatregelen die die beroepen ook letterlijk meer waardering geven.
Ik ben blij dat er nu meer wordt omgekeken naar mensen die oud, zwak of eenzaam zijn. Dat zoveel mensen spontaan hulp aanbieden en dat die daar nu ook tijd en energie voor hebben.
Natuurlijk ben ik niet blij met dit virus, met dat er mensen ziek worden of dood gaan. Ik weet hoe het is om ziek te zijn en dat gun ik niemand. Ik ben ook bang dat mijn ouders en vrienden ziek worden of dood gaan. En ik ben bang dat de wereld afglijdt naar een plek die nog slechter is dan die was.
Ik ben ook niet blij met alle maatregelen die getroffen zijn. Dat er mensen werkeloos worden, kleine winkels failliet gaan, zelfstandigen geen werk meer hebben. De hele kunst- en cultuursector min of meer op z’n gat ligt.
Ik hoop dat mensen nu meer beseffen hoe het ook kan. Hoe het is om opgesloten te zitten, om bang te zijn, om afhankelijk te zijn van anderen, hoe moeilijk het is om hulp te vragen en hoe fijn om hulp te kunnen geven. Hoe fijn en belangrijk het is dat niet alleen wij mensen maar ook onze omgeving gezonder worden.
Ik hoop dat we hier met z’n allen beter uitkomen en de goede dingen die nu gebeuren mee kunnen nemen in hoe we de wereld in gaan richten na deze crisis. En ik hoop dat er niet nog meer crisissen nodig zijn om het inzicht te verschaffen dat de manier waarop de mensheid bezig was niet duurzaam is, dat het anders moet en kan.