In mijn leven ben ik bedrogen en heb ik bedrogen, ik heb liefgehad en ik heb gehaat. Ik heb gevochten, gevreeën, gehuild en gelachen. Gezwegen en gescholden, gezongen en gedanst. In de goot gelegen en er weer uit gekrabbeld.
Ik heb de liefde van alle kanten bekeken, besnuffeld, geproefd, vervloekt en verlangd. Letterlijk en figuurlijk klappen gekregen en uitgedeeld. Van binnen en van buiten verwond geraakt, littekens, schrammen, beurse plekken. Een hart aan alle kanten gekneusd en gerafeld.
Nu weer de brokken oprapen, aan elkaar lijmen en hopen dat het weer ergens op gaat lijken, mijn leven. Of misschien dat het er helemaal niet meer op gaat lijken maar compleet anders wordt.
en altijd op een gegeven moment weer die veerkracht om overeind te krabbelen. Petje af!