In het kader van het motto van deze blog: vallen, opstaan en weer doorgaan een stukje over mijn opstaan elke ochtend.
Ondanks dat ik over het algemeen erg graag ben, erg graag leef, heb ik zo mijn obstakels. Die beginnen al vroeg.

Ik word wakker, geen idee hoe laat het is. Als ik geluk heb is het al ochtend, ergens na 6 uur. Heb ik pech dan wacht me een tijd wakker liggen of een zware, diepe, niet ontspannende restslaap.
Als eerste check ik mijn hoofd. Voelt het zwaar, bonst of klopt het? Ben ik misselijk als ik me omdraai? Hoe is het met de spanning in mijn nek en schouders, zijn ze verkrampt geraakt vannacht doordat ik verkeerd gelegen heb?
Als het mis is voelt het dan beter om te blijven liggen of juist om voorzichtig op te staan? Moet ik snel iets eten, iets slikken of lang onder een hete douche gaan staan?
Als zover alles goed is komen de spieren, pezen en gewrichten aan de beurt. Alles voorzichtig buigen, rekken en strekken. Als ik eenmaal sta doen mijn enkels nog niet echt mee alsof ik niet op platte voeten kan staan, waardoor ik het eerste half uur vaak strompel als een oud besje. Een besje dat ik ooit hoop te worden maar liever nu nog niet.
Als alles het weer min of meer doet ben ik blij met de dag en met mijn leven.
Lieve Mirjam,
fijn dat je elke dag toch weer als een cadeautje ziet.
Groetjes, Toos
en alweer zo’n prachtige foto, wat woon je toch in een mooie omgeving en wat fijn dat je daar zo van kunt genieten!