Duizend kilo bladeren op een hoop.
Dat zongen we vroeger altijd als we met het hele gezin gingen wandelen, en daarbij was het de bedoeling dat je flink door grote hopen opgewaaide bladeren stampte. Verder dan die 2 regels gingen we nooit maar het blijkt een heel liedje te zijn.
Zodra de bladeren gaan vallen heb ik dit liedje, althans die eerste twee regels in mijn hoofd, op reperteerstand.
Ik hou van afwisseling, van de verandering van seizoen. Nu herfst dus frisse lucht, stormen en regen, ’s avonds de gordijnen vroeg dicht en onder een dekentje op de bank, tijd om me terug te trekken, te lezen en te schrijven. Maar ook de tijd voor kastanjes, pompoenen, pastinaak en paddestoelen. Snel naar het bos dus.