Een man ligt tijdens oud en nieuw in een varkenspak in een sloot en slaagt er niet in weer op het droge te komen. Hij worstelt met het pak, met het water en met zichzelf. Tijdens zijn gespartel ziet hij de hemel kleurig oplichten door het vuurwerk en de brand die hij mede veroorzaakt heeft. Hij wordt, zoals regelmatig tijdens dit verhaal, geconfronteerd met het feit dat niet alles altijd zo verloopt als je het gepland had. De toon is gezet.
Een luchtige, droogkomische toon, ondanks het onderwerp en de serieuze zaak. De reden dat hij, Mol, als varken in die sloot ligt is de actie waar hij aan meedoet, het opblazen van een slachthuis zodat daar voorlopig geen dieren vermoord kunnen worden. Dat worstelen blijft hij het hele boek lang doen. Als verteller van dit verhaal volgen we zijn continue gedachtenstroom. Mol is, een beetje tegen wil en dank, lid van een groep dierenactivisten die een heel scala aan acties uitvoeren om mensen bewust te maken van het leed dat gepaard gaat met het eten van dieren. Hij is al jaren verliefd op Nora, de aanvoerder van de groep, en doet alles om maar bij haar in de buurt te zijn nadat hij haar na jaren weer in het oog heeft. Of zij hem? Hij gaat steeds meer meedoen met de legale demonstraties, vierkanten waarbij opnames uit slachthuizen getoond worden aan het publiek, het aangaan van gesprekken op straat en raakt zo steeds verder overtuigd van de noodzaak van actie. Toch blijft altijd de twijfel, doet hij dit omdat hij het een goed idee vindt of omdat zij hem steeds verder in haar web lokt? Of laat hij zich gewillig lokken?
Zoals al vanaf de eerste pagina duidelijk is gaat de groep verder dan alleen het trachten mensen te overtuigen. Mol raakt steeds dieper betrokken, hij spartelt wel maar trekt zich niet terug. Zelfs niet als sabotageacties voorbereid en uitgevoerd gaan worden. Deze acties en alles wat daarbij komt kijken, logistiek, juridisch en praktisch worden zeer uitgebreid beschreven. Zo krijg je een inkijkje in het leven van mensen die proberen de wereld een stukje beter te maken. Het lijkt soms alsof het geklungel is wat ze doen maar dat komt doordat het uitvoeren van bepaalde acties nou eenmaal voorwaarden vereist die alles lastiger maken. Het moet in het geheim en dus is het gebruik van telefoons niet toegestaan, wat de communicatie aanzienlijk lastiger maakt. Altijd op je hoede zijn om niet op camera vastgelegd te worden, niet herkend te worden kost veel energie. Onverwachte dingen kunnen makkelijk roet in het eten gooien. Er mag niets misgaan waardoor dieren en mensen gewond zouden kunnen raken. En dan is er nog de angst, de spanning en stress waar iedereen mee te maken krijgt en weer anders op reageert.
Door Mols ogen zien we alle redenen waarom dit soort acties gevoerd worden. Hij hoort alle excuses van mensen om wel dieren te eten, en kent alle weerleggingen. Wie het boek gelezen heeft kent ze ook, en zal net als Mol zijn/haar/diens ogen niet langer kunnen sluiten voor het leed dat gepaard gaat met het eten van dierlijke producten.
Ondanks het thema is het boek met humor en vaart geschreven. De worstelingen van de hoofdpersoon gaan onder andere over waarom hij bereid is zo ver te gaan om te doen wat Nora wil, en of het de moeite waard is zijn hele leven, zijn goede baan, op het spel te zetten. Maar ook over hoe je moet leven als je kennis hebt die je niet langer kan ontkennen.
Via zijn herinneringen en terugblikken krijg je een steeds duidelijker beeld hoe alles zover gekomen is, waarom hij dit opschrijft en waar hij dat doet.
Het is duidelijk dat veel activisten worstelen, met de wereld en hun rol daarin. Met name dierenactivisten, bijvoorbeeld bij acties waarbij zij de jonge dieren (het zijn vrijwel altijd hele jonge dieren, baby’s en peuters, die geslacht en gegeten worden) vlak voor die het slachthuis bereiken water geven. Door de tralies van de vrachtwagens waarin de beestjes opgepropt zitten kijken mens en dier elkaar vaak recht in de ogen. De confrontatie met een ander individu, net als wij behept met emoties en sociale gevoelens, dat op het punt staat vermoord te worden, valt veel activisten zwaar en toch is dit waarom ze het doen. Om te zien en laten zien dat vlees (en andere dierlijke producten) niet een anoniem stukje voedsel is dat onherkenbaar in de supermarkt of bij de slager ligt. Maar dat het een levend wezen was, dat ook het liefst gewoon haar leven zou leiden, net zoals jij en ik.
Het allerfijnste aan dit boek is dat het allemaal klopt, de acties, de personages, de slogans. En al helemaal de feiten waartegen zij strijden, de auteur weet heel goed waarover ze schrijft. Ze is op de hoogte van de industrie die dieren uitbuit, martelt en vermoord, en van de tactieken en motieven van de activisten. Van de consequenties die zij op de koop toe nemen. Als lezer kan je niet anders dan ook geraakt worden. Het is echt. En dus is het des te knapper om de luchtige toon vol te houden. Goede literatuur schrijven en tegelijkertijd zaken aan de kaak stellen tekent de kwaliteit van de auteur. Ze schrijft ook meer pamfletachtige stukken, zie haar columns in het NRC.
Auteur: Carolina Trujillo
Uitgever: Koppernik
ISBN: 9789083347172